Bent u benieuwd waar in Brabant de eerste vliegvelden ontstonden en hoe de eerste autovoertuigen in Brabant eruit zagen? Hier leest u allerlei archieven uit de Brabantse geschiedenis.
Nederland maakte op 20 december 1895 voor de eerste keer kennis met een automobiel. Dit was namelijk het rijtuig van de Tilburgse wolfabrikant Jos Bogaers. Daaropvolgend kwamen er steeds meer gemotoriseerde voertuigen welke voor veel sensatie zorgden. De reacties op de automobiel waren hetzelfde als bij de introductie van het stoomlocomotief; paarden sloegen op hol, de melk van koeien werd zuur en ga zo maar door.
In 1898 vaardigde de minister van waterstaat een reglement uit. Hierin stond dat automobilisten die zich begaven op rijkswegen in het bezit van een vergunning moesten zijn. Deze vergunning verklaarde dat het voertuig was voorzien van een rem, een helder lichtgevende lantaarn en een duidelijk hoorbare hoorn of bel. Daarnaast diende de bestuurder zich vanaf dit moment ook te houden aan een maximum snelheid van 20 kilometer per uur op rechte stukken en in bochten en langs huizen moest de snelheid worden verminderd tot 8 kilometer per uur. De vergunning kon worden ingetrokken indien de bestuurder deze regels overtrad.
De eerste vlucht met een gemotoriseerd vliegtuig in Nederland begon in Brabant in 1909. De reden hiervoor was de viering van het 40-jarig bestaan van de suikerfabriek Van Breda, Dolk en Van Voss in Etten-Leur. De heidegronden in Noord-Brabant bleken geschikt voor de aanleg van vliegvelden en in 1910 werd dan ook het eerste vliegveld van Nederland geopend bij Gilze-Rijen. Vooral tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen er (meestal tijdelijk) verschillende vliegvelden bij.
In november 1954 was het zover: Nederland ging onder de vleugels van de KNVB betaald voetballen! Nederland deed mee met maar liefst 56 betaalde clubs waarvan er 8 uit Noord-Brabant kwamen. Vanaf 1955 kwamen daar nog 7 Brabantse clubs bij waardoor er vanaf dat moment dus 15 Brabantse clubs betaald voetbal speelden.
Al sinds 1954 is Noord-Brabant dus één van de voetbalprovincies van Nederland met de meest professionele clubs. Tegenwoordig kennen we bijvoorbeeld NAC, Willem II, RKC Waalwijk, PSV en ga maar door. Sinds die tijd hebben er maar liefst 19 Brabantse voetbalverenigingen tot het betaald voetbal geschopt. In de jaren '50 brachten 4 clubs uit Eindhoven het tot het betaald voetbal, 3 clubs uit Tilburg en Den Bosch en 2 clubs uit Breda en Helmond.
Ook goede verbindingen zoals spoor- en autowegen speelden een belangrijke rol in het slagen van een betaalde voetbalvereniging.
Lees meer in het Historisch Nieuwsblad. >>